ZWANGER

Stuitligging: deze methodes helpen de baby draaien

Niet alle baby’s liggen aan het eind van de zwangerschap met hun hoofdje naar beneden: klaar om ter wereld te worden gebracht. Sommige baby’s liggen dwars of andersom, met het hoofdje naar boven. Wat kun je doen om je baby in stuitligging te helpen draaien?

Als je rond de 36 weken bent, draait je baby zich om in de ideale geboortepositie te komen. Veruit de meeste baby’s doen dit, en liggen tegen het einde van je zwangerschap klaar om in te dalen en geboren te worden: met het hoofdje naar beneden. Maar wat als je baby verkeerd om ligt? Kun je daar iets tegen doen?

Eigenwijze baby’s in stuitligging

Tussen de 34 en 36 weken liggen de meeste baby’s in de goede positie. Dat wil zeggen – met hun hoofd naar beneden en het achterhoofdje naar je buik gericht: de achterhoofdsligging. Slechts 5% ligt in stuitligging, dwars of in een afwijkende hoofdligging. Dit kan komen door een meerlingzwangerschap, afwijkingen aan de baarmoeder, omdat de placenta voor de uitgang ligt, er een vleesboom voor zit of omdat je baby een aangeboren afwijking heeft. Maar in de meeste gevallen is je kind gewoon eigenwijs. Door een afwijkende ligging is de kans op een vaginale geboorte kleiner of zelfs onmogelijk en moet je baby met een keizersnede gehaald worden. Heb jij zo’n eigenwijs baby’tje in je buik? Er zijn een aantal manieren die je kunt proberen om je baby te stimuleren zich om te draaien.

Omgekeerde houding

Je kunt proberen om de zogeheten “omgekeerde houding” aan te nemen, zoals de “ijsbeerhouding”. Hierbij is je hoofd lager dan je lichaam en geef je je kind ruimte om te draaien. Dit doe je zo:

  • Ga op handen en knieën zitten, breng je onderarmen plat op de grond, steun op je ellebogen en duw je billen omhoog.
  • Rust met je hoofd op je armen en breng je bovenlichaam zo dicht mogelijk tegen de grond.
  • Je kunt ook op je rug gaan liggen, met een kussen onder je billen en bekken.
  • Strek je benen in de lucht en leg ze tegen de muur.
  • Ontspan, en blijf lekker zo liggen.

Uitwendig draaien met hulp van een verloskundige

Na 36 weken is de kans dat je baby uit zichzelf draait nog maar 8%. Je baby wordt steeds groter en de hoeveelheid vruchtwater neemt af. Als jouw baby dan nog met z’n koppie de verkeerde kant op ligt, word je doorverwezen naar de gynaecoloog of verloskundige voor een ‘versie’ (draaipoging). Deze zal je baby vanaf de buitenkant proberen te draaien door met de ene hand de billetjes vast te pakken en met de andere hand het hoofdje van je baby. Door zachtjes te duwen kan je kind naar de juiste positie draaien. Dit kan pijnlijk zijn, maar is wel veilig en effectief (in 40% van de gevallen is de versie een succes). Een uitwendige versie kan tot aan de geboorte worden uitgevoerd.

Wil je baby niet draaien?

Dan wordt het geboorteplan verder afgestemd met je gynaecoloog en heb je alsnog de keuze tussen een keizersnede of een vaginale stuitbevalling. Dit is een medische keuze waar verschillende voor- en nadelen aan verbonden zitten. Hiervoor verwijzen we je graag door naar je eigen medisch professional.

Ook interessant voor jou