Op gegeven moment bouw je de de vaste voeding van je kindje op, en de borstvoeding (op jouw eigen tempo) af. Er zijn tegenwoordig veel verschillende “babydrankjes” en soorten melk te vinden in de markt. Maar wat is nu eigenlijk goed voor je kleintje?
Hoeveel drinken heeft je kindje nodig?
Na de leeftijd van 1 jaar heeft je kind zo’n 750ml drinken nodig. Dit zijn vijf à zeven bekertjes, en dit is inclusief melk. Probeer om te gaan voor een halfvolle of magere variant en houd het totaal aan zuivel onder de 300ml per dag. Krijgt je kind meer zuivel dan 300 ml, dan kan dit de eetlust verminderen voor de rest van de dag en zal hij minder eten – terwijl er in vaste voeding ook nutriënten zitten die je kindje goed kan gebruiken.
Soorten drinken
Bovenaan de lijst staat natuurlijk water: water is een goede dorstlesser, bevat geen calorieën en heeft geen nadelig effect op het glazuur op de tandjes. Als je graag wilt afwisselen kun je dit doen met lauwe (fruit)thee en groentesap. Probeer limonadesiroop, frisdrank, diksap, vruchtensap en drinkyoghurt te beperken: hier zitten vaak veel calorieën in die je kindje bij een gezond voedingspatroon niet nodig heeft.
Zoetstoffen
Je kunt frisdrank, siroop of drinkyoghurt zonder toegevoegde suikers aanbieden . Denk aan Zero- en Light-varianten van frisdranken, 0.0% siroop of drinkyoghurt. Realiseer je dan wel dat aan dit type drinken veel zoetstoffen zijn toegevoegd voor de smaak.
(Tuit)beker of fles?
Geef je je kind te drinken in een tuitbeker, zuigfles of gewone beker? Het beste is om je kind al op jonge leeftijd te laten wennen aan gewone bekers. Op die manier traint hij zijn mondspieren op de juiste manier, namelijk de manier die hij nodig heeft om goed te kunnen kauwen en praten. Daarbij is het ook aangetoond dat een zuigfles of tuitbeker vaak makkelijk ‘laten staan’ wordt, want er is geen gevaar op ongelukjes. Door dit te doen neemt je kind dan telkens een slokje, en dat heeft geen positief effect op jonge tandjes. Probeer je kind te laten wennen aan vaste momenten om te drinken.
Het beste is om je kind al op jonge leeftijd te laten wennen aan gewone bekers.
Drinken & het gebit
Eten en drinken hebben invloed op de gezondheid van het gebit – zowel bij kinderen als volwassenen. De bacteriën in de mond vormen zuur uit suikers en andere koolhydraten wanneer er iets gegeten of gedronken wordt. Daarbij hebben zuren uit frisdrank geen wenselijk effect op het tandglazuur. Dit gebeurt vooral bij vruchtensappen of op fruit gebaseerde frisdranken. Des te vaker tanden in aanraking komen met glazuur, des te sneller er gaatjes en beschadiging kan optreden. Daarom adviseert het Voedingscentrum om niet vaker dan 7 keer per dag iets te eten of drinken. Hierin is waterconsumptie niet opgenomen – water mag je altijd drinken.
