Zwanger worden

De connectie tussen leeftijd en vruchtbaarheid

Wil je een kindje, dan is vruchtbaarheid noodzakelijk. Vruchtbaar zijn betekent letterlijk “in staat kinderen voort te brengen”. En als jullie proberen zwanger te worden zijn termen als ‘biologische klok’ en ‘verminderde vruchtbaarheid naarmate je ouder wordt’ je vast geen onbekende termen. Maar hoe werkt dat, zo’n biologische klok, in je lichaam? We vertellen je er alles over.

Hoe werkt vruchtbaarheid in het vrouwelijk lichaam?

De biologie van het vrouwelijk lichaam zorgt ervoor dat een zwangerschap kan ontstaan na de bevruchting van een eicel door een zaadcel van de man. Maar voordat een eicel bevrucht kan worden, moeten er wel eicellen aanwezig zijn. Die zijn opgeslagen in de eierstokken: twee bolletjes die met eileiders verbonden zijn met de baarmoeder.

Tijdens fase 1 van je menstruatiecyclus, de folliculaire fase, rijpt een nieuwe eicel in een blaasje. Dit noemen we een follikel. Naarmate deze groeit scheidt hij meer oestrogeen af. Deze piekconcentratie zorgt ervoor dat het slijm in de baarmoederhals wat dunner wordt, zodat zaadcellen er makkelijker door kunnen. Ook zorgen deze oestrogenen ervoor dat de spieren rondom je baarmoederhals wat ontspannen. Zo opent de baarmoederhals zich lichtjes, en wordt er beter doorgang gegeven aan zaadcellen.

In fase 2, de ovulatie, barst de follikel en komt de eicel vrij. Deze wordt vervolgens vervoerd naar de baarmoeder. Dit noemen we ovulatie. Een eicel is in totaal maar zo’n 24 uur bevruchtbaar: precies tot een dag na de eisprong. Het eitje wordt het makkelijkst bevrucht in de eerste uren na de ovulatie. Als je zwanger wilt worden, is het dus belangrijk te weten wanneer je ovuleert.

De luteale fase is fase 3, hierin maakt de baarmoeder zich klaar. De restjes van de follikel vormen zich om tot een ‘corpus luteum’ dat progesteron aanmaakt: dit hormoon zorgt ervoor dat het baarmoederslijmvlies zich klaar maakt voor de innesteling van de bevruchte eicel: deze bereikt de baarmoeder namelijk vijf tot zes dagen na de eisprong.

Werd de eicel niet bevrucht, dan beland je in fase 4: de menstruatie. De progesteronproductie neemt af en het opgebouwde baarmoederslijmvlies sterft af en wordt afgestoten. Het begin van je menstruatie betekent ook het begin van een nieuwe cyclus: het licht staat op groen voor de rijping van een nieuwe eicel.

Wat gebeurt er als je ouder wordt?

Vanuit biologisch oogpunt is de beste leeftijd om zwanger te raken voor een vrouw ergens rondom haar twintigste. Maar hoe daalt de vruchtbaarheid precies, en is dat voor iedereen hetzelfde?

Nee, dat is niet voor iedereen hetzelfde. De vrouwelijke vruchtbaarheid wordt voor een groot deel bepaald door twee factoren. De eerste factor is het aantal eicellen meegekregen bij de geboorte, zoals gezegd zijn er zo’n 1 tot 2 miljoen, en deze hoeveelheid daalt naarmate je ouder wordt. Wist je dat je eerste menstruatie de ‘menarche’ wordt genoemd? Op dit moment zijn er vaak nog maar zo’n 400.000 tot 500.000 eitjes over.

De tweede bepalende factor is het herstelmechanisme van de eicellen. De kwaliteit van je eicellen daalt namelijk naarmate je leeftijd stijgt, bijvoorbeeld door blootstelling aan straling, roken, alcohol etc. Het herstelmechanisme repareert de eicel op het moment dat deze vrijkomt tijdens de eisprong.

Afgezien van deze factoren is je vruchtbaarheid ook een erfelijke kwestie.

In conclusie tikt je biologische klok dus zeker, maar deze tikt voor de één harder dan voor de ander. Het lastige is dat je vaak niet weet hoe hard jouw klokje tikt. Helaas is er ook geen test die je kunt doen. Het aantal eicellen is makkelijk te meten, maar dit zegt weinig over hoe gemakkelijk je zwanger kunt raken. Het belangrijkste is namelijk de kwaliteit van de eicellen: de kwaliteit hiervan is vooral van belang voor alle processen die de eicel moet uitvoeren, zoals de bouw van de embryo en de aanleg van de moederkoek.

En de mannen?

Soms lijkt het alsof mannen er geen hebben, maar ook zij zijn blootgesteld aan de biologische klok.

Vanaf 44 jaar neemt de vruchtbaarheid van een man zienderogen af. Dit is dus bijna vijftien jaar later dan bij vrouwen. De redenatie hierachter is hetzelfde: vanaf deze leeftijd begint het herstelmechanisme van hun zaadcellen minder goed te werken. Echter begint het dit proces voor mannen pas veel later. Dit komt omdat alle grote processen worden aangestuurd vanuit de eicel. De zaadcel is in dat opzicht niet meer dan een pakketje DNA. Toch zijn ook hier een aantal risico’s mee gemoeid.